Ik heb het recept voor deze saus gevonden in het kookboek Nopi van Yotam Ottolenghi en Ramael Scully. Een prachtig boek met heerlijke gerechten maar allemaal heel veel werk en veel ingrediënten. Niet echt je doordeweekse Must Be Yummie gerechtjes dus.
Deze tomatensaus hoort bij een heerlijk gerechtje met tofu en aubergine, maar de saus is hier zo in de smaak gevallen dat ik ze ondertussen apart maak en gebruik om bijvoorbeeld ketchup te vervangen bij een burger of om eieren wat extra smaak te geven. Ook heerlijk bij gegrilde vis. Door de combinatie van citroengras en kardemom krijgt de saus een heerlijke subtiele kruiding, speciaal en fris. Ik heb wel minder citroengras, rode peper en zout gebruikt in mijn versie van het recept zodat het ook voor de kids toegankelijk blijft qua smaak.
Ik bewaar de saus in een Mason Jar, maar je zou ze zeker ook kunnen invriezen.
- 1 el zonnebloemolie
- 3 sjalotten fijngesneden
- 4 teentjes look, fijngehakt
- 30 gr verse gember, geschild en geraspt
- 1 stuk citroengras, de buitenste harde stukken verwijderd en fijngehakt
- 1 rode peper (verwijder de zaadjes) fijngesneden
- 1 tl gemalen kardemom
- 600 gr passata (ik gebruik Elvea)
- 1 el bruine suiker
- Verwarm de olie in een grote pan waar je een deksel op kan zetten. Bak de sjalotten, look en gember gedurende 2 à 3 minuten. Ze mogen niet aanbranden maar moeten wat glazig zijn. Voeg dan het citroengras en de rode peper toe en bak nog 2 minuten. Voeg de kardemom en de passata toe en zet het deksel op de pan. Laat de saus 12 minuten sudderen op een LAAG vuurtje. Voeg dan de suiker en ½ tl zout toe en kook nog 2 minuten.